HOME | select here your language |
Bij een inaugurele rede te Nijmegen van een feministe
Prof. Mag. Dr. J.P.M. van der Ploeg O.P.
Uit: Katholiek Maandblad, April 1989
Terwijl op de Nijmeegse universiteit allerlei professorale zetels worden opgeheven, zelfs hele studierichtingen, in het kader van de door de minister Deetman geleide bezuiniging, en het aantal theologiestudenten een voor het voortbestaan van de faculteit bedenkelijk laag peil heeft bereikt, vindt men het toch nodig een zetel, als die van "feministische theologie", in stand te houden. De eerste docente was Catharina Govaert-Halkes, wier benoeming geheel buiten het episcopaat om is gegaan en niet ter goedkeuring is voorgelegd aan kardinaal Simonis, kerkelijk "groot kanselier" van de faculteit (zoals ik van hemzelf heb vernomen). Catharina heeft een opvolgster gekregen in de persoon van een Duitse dame en, daarmee niet genoeg, kreeg ik de in het Engels gestelde rede onder ogen, "uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt van bijzonder hoogleraar in feminisme en christendom" aan de Katholieke Universiteit te Nijmegen op 1.2.1989. De nieuwe bijzondere hoogleraar is een gehuwde dame met kinderen en heet Mary Grey. Aan het einde van haar rede zegt zij, dat zij op de faculteit van de theologie is benoemd om college te geven gedurende het academische jaar. Het vak heeft dan twee docenten!
Het onderwerp van haar rede is moeilijk uit het Engels te vertalen; wij maken ervan: "Het weven van nieuwe verbindingen: de belofte van de feministische proces-gedachte voor christelijke theologie' , .De' 'proces-gedachte" zinspeelt op een z.g. "proces-filosofie", waartoe Mary Grey zich bijzonder aangetrokken voelt. Zij noemt hiervoor A.N. Whitehead's boek "Process and Reality" van 1929.
Ik neem aan, dat haar rede voor niet velen te verstaan zal zijn geweest. De tekst is te filosofisch abstract. Begrijp ik de auteur goed, dan voelt zij voor de gedachte dat niets is en alles wordt, terwijl alles ook samenhangt. Zij polemiseert tegen Descartes (1596-1650) wiens wijsgerig begrip van substantie zij verwerpt (volgens hem zijn er twee geschapen "substanties": de geest [het denken] en de stoffelijke wereld van de lichamen). Ik geloof niet dat dit substantiebegrip "direct geërfd is van Aristoteles via St. Thomas van Aquino", zoals zij zegt (p. 10). Voor beiden is substantie datgene "wat in zichzelf is en niet in een ander". Ter verduidelijking: kleur, gewicht, grootte enz. bestaan nooit op zichzelf maar in iets anders, maar dit andere, de substantie, berust op zichzelf en is niet meer van iets anders. Voor de "dualistische" wijsbegeerte van Descartes voelt zij niets, zij vindt haar fataal. Neen, alles in mens en wereld hangt samen; de wereld is een geheel van betrekkingen en is steeds in wording, aangeduid met het Engelse woord "process". Van een "filosofie van substantie" wil Mary Grey niet weten (p. 19). Zo maken ook natuur en genade deel uit van hetzelfde "organische proces". Hiermee loochent de auteur het wezenlijk onderscheid tussen de natuurlijke en bovennatuurlijke orde, waaruit de ontkenning van het bestaan van de laatste consequent voortvloeit.
In deze filosofie heeft de feministische een plaats, op een manier die uit haar woorden niet gemakkelijk is te verstaan. Het is de "metaphysic of connection" die het hem doet, de solidariteit van de vrouwen door de eeuwen heen en heel bijzonder nu.
Ofschoon Mary Grey een tekst aanhaalt van Paus Joannes Paulus II en het zo nu en dan heeft over de Kerk, het Christendom en St. Thomas van Aquino, kan ik in heel de redevoering weinig specifiek katholieks ontdekken. De opvatting, dat niets is maar alles wordt, wijst in tegengestelde richting. De Griek Heraclitus leerde al (6de eeuw vóór Chr.) dat alles steeds in beweging is (pánta rei), een leer die in moderne vorm leidt tot de ontkenning van de absoluutheid en onveranderlijkheid van de waarheid, van de openbaring en van het wezen van de Kerk van Christus.
Aan het slot van haar redevoering bedankt en prijst Mary Grey, Catharina Halkes "voor alles wat zij blijft betekenen voor de feministische theologie in Nederland en op internationaal niveau". Zij sluit zich aan bij haar doelstellingen van de feministische theologie en haar opvattingen omtrent de toekomstige plaats van de vrouwen in de Kerk. Dat deze opvattingen niet katholiek zijn, is bekend.