Die zonder zonde is, werpe de eerste steen
eerder verschenen d.d. 30 maart 2010 op www.Catholica.nl
Zonder iets af te doen aan de nood, die door het seksueel misbruik door priesters en geestelijken is veroorzaakt, dient te worden beseft dat dit slechts een heel klein topje is van het seksueel misbruik in zijn algemeenheid. Overeenkomstig de CBS is er jaarlijks sprake van circa 1000 aangiften (thans circa 0,7‰ van de bevolking, in de jaren negentig was dit nog circa 1‰ [circa 1500 aangiften]), waarvan circa 15% en 35% betrekking hebben op jongeren beneden 12 jaar respectievelijk tussen 12 en 18 jaar. Het algemene seksuele misbruik van kinderen onder 18 jaar betreft dus 500 slachtoffers per jaar. En dan nog eens te bedenken dat aldus de CBS gegevens de aangifte bereidheid bij dit soort zaken laag is, te weten 1 op 20. Dit impliceert dat het werkelijk aantal seksuele misbruiken per jaar wel eens rond circa 10.000 zou kunnen bedragen. Wanneer we deze aantallen zetten tegenover het aantal meldingen van seksueel misbruik door priesters en geestelijken over een periode van globaal genomen 50 jaar dan is het duidelijk dat dit maatschappelijk gezien slechts een bovenste topje van een ijsberg is. Daarbij dient ook beseft te worden, dat, gezien de uitgebreide berichtgeving en de aandrang tot het melden van het seksuele misbruik in het verre verleden alsmede een vooruitzicht op een mogelijke financiële tegemoetkoming voor de geleden schade, hier met betrekking tot het topje van de ijsberg zeker geen sprake meer is van een lage aangifte bereidheid. Tegen deze achtergrond moet het voor de vele slachtoffers van seksueel misbruik, die niet tot dit topje van de ijsberg behoren, toch wel uiterst pijnlijk zijn dat door het aanhouden van de commotie rond dit topje van het seksuele misbruik, hun oude wel of niet (gedeeltelijk) herstelde wond weer drastisch wordt opengereten. Natuurlijk is het een goed recht dat aan de slachtoffers van seksueel misbruik genoegdoening wordt verstrekt, maar moet dit dan uitsluitend gegeven worden aan dit topje van de ijsberg? En waaruit zou deze genoegdoening dan moeten bestaan? Is een financiële genoegdoening hoe groot dan ook voldoende om dit geestelijk lijden dat met dit seksueel misbruik gepaard is gegaan te bevredigen of dient hier iets anders tegenover te staan?
En dan te beseffen dat velen van de stenengooiende schreeuwers zelf zoveel hypocriete boter op hun hoofd hebben. Hierbij een kleine bloemlezing:
- D66 en het verkiezingsprogramma voor de tweede kamer uit 1977 en 1982
- D66 en Boris Dittrich in “Nieuwe Sekstant” van zomer 2002
- PvdA en Roethoff in “De Rooie Vrouw” in 1987
- PvdA en Brongersma. Brongersma was jarenlang voor de PvdA lid van de eerste kamer en pleitbezorger voor pedofilie, in de jaren vijftig veroordeeld wegens pedeofilie, in de jaren zeventig en tachtig kreeg hij een welwillend podium op radio, tv en in dagbladen en tijdschriften. Pedofielen die zich aan kinderen vergrijpen, waren volgens Brongersma uitzonderingen. ,,Meestal wil de man niet meer dan wat knuffelen, strelen, stoeien en masturberen. En die verlangens zijn wederzijds, omdat er met het kind een heel innige relatie groeit.''
- VVD en diverse uitspraken van Nijpels (1978), Lept (1985) en Geertsema (1993). Zo betoogde Ed Nijpels dat leeftijd geen criterium moest zijn om seksuele relaties aan te gaan. ,,Wanneer een kind vrijwillig dergelijke contacten met ouderen heeft, moet dat worden toegestaan.''
- Groen Links met Herman Meijers en “Rozelinks”
- In 1995 keerden de PvdA, VVD en D66 zich tegen het voorstel tot herziening van de kinderpornowet 240b, waarmee het in voorraad hebben van kinderporno strafbaar zou worden. Een herziening die in hoge mate was ingegeven door de zaak Dutroux in Belgie.
- De parlementariërs Boris Dittrich (D66), Gerda Dijksman (PvdA) en Mohammed Rabbae (GroenLinks) vonden dat particulieren niet vervolgd moesten worden voor het bezit van kleine hoeveelheden kinderporno. Er zou eens kunst tussen kunnen zitten. En kinderen vanaf twaalf jaar moeten toch het recht hebben mee te werken aan naaktreportages?
- In 2002 stemden de gehele fractie van Groen Links, Jurgens en Le Poole (PvdA) en Kohnstamm, Hessing en Schuyer (D66) tegen een voorstel waarin uitvoering werd gegeven aan de nota inzake de bestrijding van seksueel misbruik van en seksueel geweld tegen kinderen.
- De NVSH, die in 1966 zelfs 220.000 leden telde, verkondigde toen en doen dit nu nog steeds dat de pedofilie een normale variant is onder de vele andere varianten van sexualiteit.
- De schrijvende pers, zowel de kranten, de familiebladen als opinie-tijdschriften hebben evenals de radio en televisie in de jaren 60 en 70 meermalen ruim baan gegeven aan de pleitbezorgers van de “vrije sex” met kinderen.
- Het is in 1971 dat Vrij Nederland een interview met psychiater dr. J.R.M. Maas, geneesheer-directeur van de Pompe Kliniek (Nijmegen), plaatst. Aanleiding: een uitzending van Brandpunt (KRO) waarin Maas had betoogd dat pedofilie een algemeen menselijk verschijnsel was. Hij vertelt kinderen tegen te komen, ,,die je seksueel aanspreken''. En ,,Ik denk dat kinderen feillozer aanvoelen wat goed is dan volwassen mensen. Ik denk ook dat de meeste kinderen zonder dwang tot het beleven van deze dingen (seks met een volwassene, red.) komen''. Aldus Maas in juni 197:,,Je kunt zelfs zeggen dat het kind een pedofiel contact mist.''
- In Ouders van Nu (mei 1971) mocht zenuwarts dr. W.J. Sengers relativerende opmerkingen plaatsen bij 'de kinderlokker': ,,Kan sexueel contact kwaad als daarbij geen pijn of letsel worden aangedaan? Als men een kind mag strelen, waarom dan ook niet genitaal?'' Wanneer kinderen toch schade ondervonden, dan was dat de schuld van de politie, die tijdens verhoren duidelijk maakte dat een grens was overschreden. Dát maakt kinderen overstuur, aldus Sengers, in het dagelijks leven universitair hoofddocent aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.<
- Bij Sonja Barend (VARA) mocht een echtpaar vertellen hoe het zijn kinderen “daadwerkelijk” inwijdde in seksualiteit. Een applaus van het publiek in de studio volgde op dit 'dappere relaas'.
- Bij Koos Postema (VARA), kreeg in oktober 1978 criminoloog en PvdA-senator Edward Brongersma alle ruimte om zijn liefde voor minderjarige jongens te belijden.
- Midden jaren tachtig verklaarde de voorzitter Benjamin Roelofsma van pedofielenvereniging Martijn in de Haagse Post dat kinderen het beste in seksualiteit kunnen worden ingewijd door pedofielen: ,,Als je kinderen wilt leren zwemmen, huur je ook een ervaren zwemleraar in.'' En niet lang daarna wond Roelofsma zich op over pleegzorginstellingen die geen kinderen bij pedofielen wilden onderbrengen.
Met het mea culpa van paus Benedictus XVI is het thans wachten op eenzelfde verontschuldiging van artsen, psychiaters, politici en al die anderen die pedofielen jarenlang de ruimte gaven waar ze geen enkele recht op hadden. In het besef dat wij allen zondaars zijn en dat hij/zij die zonder zonde is de eerste steen mag werpen, zou ik willen voorstellen dat de Bisschoppen -los van het werk van de commissie Deetman– het initiatief nemen tot het voorschrijven van een noveen aan H.Missen: van zaterdag tot en met de volgende zondag, dus inclusief twee Hoogmissen op zondag, waarbij elke priester in de Nederlandse Kerkprovincie verplicht wordt om negen dagen achtereen de H.Mis op te dragen uitsluitend met de intentie voor alle slachtoffers van seksueel misbruik binnen en buiten de Kerk, tot heling van de wonden en de bekering van de daders en allen die dit hebben mogelijk gemaakt.
Sjaak Oostveen Deze bijdrage is een compilatie van een bijdrage dd 30 maart 2010 op de weblog van Catholica (http://www.catholica.nl/archief/918/die-zonder-zonde-is-werpe-de-eerste-steen) en een artikel door Ruurd Ubels op de website van het Nederlands Dagblad dat per 1 oktober 2010 op het internet is geplaatst (http://www.nd.nl/artikelen/2010/oktober/01/de-pedofiel-kreeg-wel-heel-veel-ruimte?).