41. De katholieken passen het verbod: “Gij zult niet doodslaan,” heel consequent toe bij het beoordelen van abortus provocatus. Maar zij zijn ineens veel minder consequent, als het over een oorlog gaat. Dan zeggenen de geestelijken zelfs de wapens, die doden en verwonden. En dat terwijl Christus nog wel tot Petrus zei: “Steek uw zwaard in de schede; want allen die het zwaard trekken, zullen door het zwaard omkomen” (Mt. 26, 52).
Volgens de katholieke leer kan men de oorlog, hoe vreselijk die
ook mag zijn, niet zonder meer goed of slecht noemen; er kunnen
rechtvaardige en onrechtvaardige oorlogen zijn. Een oorlog kan
gerechtigd en gewettigd zijn, zeker een verdedigingsoorlog. Wel mag
de oorlog slechts als uiterste middel en alleen tot redding van de
levensbelangen van de Staat worden aangewend, en moeten eerst alle
andere middelen uitgeput zijn.
Als de katholieke leer dit zegt,
kan men niet antwoorden, dat zij inconsequent is en nu het vijfde
gebod ineen s heel anders uitlegt. Want het verbod om te doden slaat
niet op een rechtvaardige oorlog. Dat blijkt alleen al hier uit, dat
dezelfde God, Die dit gebod op de Sinaï gaf, verschillende malen
aan de joden gebood om oorlog te voeren tegen de Canaänieten.
Ieder
mens is dus verplicht mee te helpen om een oorlog zo mogelijk te
voorkomen. Maar als de wettige regering van zijn land besluit, dat nu
alle andere middelen gefaald hebben en naar het uiterste middel moet
worden gegrepen, dan moet hij onder de wapenen komen om voor zijn
land te vechten. Want hij zal maar zelden kunnen beoordelen, of de
regering gelijk heeft of niet, al was het alleen maar, omdat hij de
feiten niet voldoende kent.
Dan komt dus het zegenen van de wapens
aan de orde. En daarbij moeten we op twee dingen letten: Ten eerste
dienen de wapens niet alleen om te doden en ellende te brengen, maar
ook om een goede zaak met gewettigde, zij het uiterste middelen te
verdedigen.
Ten tweede gaat het niet alleen om
de wapens zelf, maar ook en nog veel meer om de mannen, die ze moeten
hanteren en bedienen. Die worden
eigenlijk gezegend en niet zozeer de wapens. En die mannen worden
gezegend, als ze een buitengewoon moeilijke en gevaarlijke plicht
gaan vervullen en grote offers moeten brengen.
Als we het
zegenen van de wapens zo bezien, ziet het er toch wel wat anders
uit!
En wat het aangehaalde woord van Christus tot Petrus betreft:
dit moet men, zoals bij alle bijbelteksten, in zijn verband lezen om
het goed te begrijpen. En dan zien we dit:
Christus wil vrijwillig
de dood ingaan om zo de mensen te verlossen. Hij zou door legionen
engelen verdedigd zijn, als Hij dat had gewild; maar Hij wilde niet.
En nu trekt Petrus het zwaard en gaat dus tegen Christus’ wil
in. Men ziet: dit alles heeft met oorlogsvoeren niets te maken.
Uit: de meest gemaakte moeilijkheden, door Prof. Felix Otten O.P. en Dr. C.F. Pauwels O.P.