37. De katholieken zeggen, dat het huwelijk onontbindbaar is. Maar hoe kunnen zij die leer in overeenstemming brengen met de woorden van Christus: “Alwie zijn vrouw verstoot, behalve in geval van overspel, en een andere huwt, begaat overspel?” (Mt. 19, 9). Die woorden geven immers duidelijk te kennen, dat een man na overspel van zijn vrouw mag hertrouwen?
Deze woorden worden dikwijls als moeilijkheid tegen de
onontbindbaarheid van het huwelijk uitgespeeld; en zij worden dan
versterkt door een andere tekst, nl.: “Wie zijn vrouw verstoot,
behalve in geval van overspel, is oorzaak, dat ze overspel bedrijft”
(Mt. 5, 32).
Nu moet men echter voorzichtig zijn met het verklaren
van schriftuurteksten en ze niet steeds op zichzelf bezien; men moet
ze vergelijken met andere teksten, en daardoor wordt vaak veel
duisters opgehelderd.
Nu staan er teksten genoeg in de H. Schrift,
die duidelijk zeggen, dat het huwelijk onontbindbaar is, en dat hij
of zij die bij het leven van de andere partij hertrouwt, overspel
doet. We kunnen b.v. vergelijken Mc. 10 vv. 11 en 12: “Alwie
zijn vrouw verstoot en een andere huwt, doet overspel tegen haar. En
indien een vrouw haar man verstoot en een anderen huwt, doet zij
overspel.” Christus spreekt daar zonder enige uitzondering:
zowel de wegzender als de weggezondene plaagt altijd overspel bij het
aangaan van een nieuw huwelijk.
Ook de leer van de apostel Paulus
is duidelijk. Hij schrijft: “Aan de gehuwden beveel niet ik,
maar de Heer, dat de vrouw zich niet mag scheiden van de man; en zo
ze toch gescheiden is, dat ze dan ongehuwd moet blijven of zich met
de man moet verzoenen” en: “Een vrouw is gebonden, zolang
haar man leeft” (1 Corinthiërs 7, vv. 10, 11 en 39).
De
als moeilijkheid uitgespeelde teksten moeten dus gelezen worden in
het licht van de andere aangehaalde teksten. En wat is dan hun
betekenis?
Christus
wil dit zeggen: Wie zijn vrouw onrechtvaardig verstoot, makt zich
schuldig aan de zonde van overspel, omdat hij haar zonder wettige
reden in gevaar van zonde brengt: als verstoten vrouw loopt zij
gevaar overspel te plegen. Zendt hij haar daarentegen weg, omdat zij
zelf de huwelijkstrouw verbroken heeft, dan is hij voor de volgende
zonden van de vrouw niet verantwoordelijk, omdat hij van zijn recht
gebruik maakt. Christus leert dus, dat het afbreken van de echtelijke
samenleving in geval van echtbreuk geoorloofd is, maar altijd met
behoud van de onverbreekbare huwelijksband. En zo bewijzen deze
teksten niets tegen de onontbindbaarheid van het huwelijk.
Uit: de meest gemaakte moeilijkheden, door Prof. Felix Otten O.P. en Dr. C.F. Pauwels O.P.