terug

12. Christus is de Verlosser van alle mensen en buiten Hem is er geen heil. Hoe kan men nu daarmee de leer van de Katholieke Kerk overeenbrengen, dat Maria onbevlekt ontvangen is? En hoe kan Maria, als zij onbevlekt ontvangen is, God nog haar Zaligmaker noemen, zoals zij het doet in het Magnificat. (Lc. 1, 47)?

Velen vormen zich een volkomen verkeerd begrip van de katholieke leer over Maria's Onbevlekte Ontvangenis. Dit leerstuk houdt alleen maar in, dat Maria, omwille van haar hoge uitverkiezing tot Moeder van God, door een bijzondere genade van God bevrijd is gebleven van de erfzonde. Het was altijd in de Katholieke Kerk aangenomen, maar werd in 1854 door Paus Pius IX plechtig tot geloofsartikel verklaard en afgekondigd in de volgende bewoordingen: " Wij verklaren. .. dat de leer, die houdt, dat de allerheiligste Maagd Maria in het eerste ogenblik van haar ontvangenis, door een bijzondere genade en een bijzonder voorrecht van den almachtigen God om de verdiensten van Christus Jezus, de Zaligmaker van het menselijk geslacht, van alle vlek der erfzonde gevrijwaard bleef, door God is geopenbaard."
De oplossing van de gemaakte moeilijkheid, dat nl. Maria volgens onze katholieke leer geen Zaligmaker nodig gehad zou hebben, zit duidelijk in de gecursiveerde woorden van deze plechtige verklaring. Maria is wel degelijk door God verlost, maar in deze zeer bijzondere zin, dat zij door God van de erfzonde werd gevrijwaard. Want als afstammelinge van Adam had Maria even goed als de andere mensen met de erfzonde bevlekt moeten worden, als God haar niet door een bijzonder voorrecht daarvoor gevrijwaard had.
En dat heeft God gedaan omwille van de verdiensten van Christus, die dus reeds vooruit werkten, zoals ook de rechtvaardigen in het Oude Verbond gered werden door de vooruitwerkende verdiensten van Christus. Maria is dus wel degelijk door Christus verlost, maar weer in een meer verheven zin dan wij. Haar Verlossing bestond niet in een wegnemen van de erfzonde, die er reeds was, maar in een voorkomen van de besmetting der zonde. En daarom noemde Maria God terecht haar "Zaligmaker".
De reden, waarom zij op zo'n bijzondere manier verlost werd, lag in het feit, dat zij was uitverkoren om Christus' moeder te zijn. Intussen heeft de bovennatuurlijke manier, waarop Christus geboren werd, nl. uit een maagdelijke moeder, niets met de Onbevlekte Ontvangenis van Maria te maken; dit vormt een geheel ander voorrecht van Maria.

Uit: de meest gemaakte moeilijkheden, door Prof. Felix Otten O.P. en Dr. C.F. Pauwels O.P.