8. We moeten natuurlijk van Christus aannemen, dat Hij alles wist; want Hij was God. Maar hoe kan Hij dan zelf zeggen, dat Hij de dag des oordeels niet kent, maar dat alleen de Vader die kent?
De woorden, aarop men deze moeilijkheid baseert, kunnen we vinden
bij den evangelist Marcus 12:31, en luiden: "Maar van die dag
of het uur weet niemand af, noch de engelen in de hemel, noch de
Zoon, maar slecht de Vader alleen."
Deze woorden kunnen op
twee manieren uitgelegd worden om deze moeilijkheid te
weerleggen.
Ten eerste kunnen we er op wijzen, dat God de Zoon,
Die mens is geworden, hier niet als God, maar als mens tot de
mensen spreekt; en we zouden daaruit kunnen concluderen, dat Hij het
heeft over de kennis, die Hij als mens bezit. Want Christus, Die èn
God èn mens was, had als God een oneindig, volmaakte kennis,
maar had als mens natuurlijk een heel andere kennis, waarmee Hij niet
alles wist, wat Hij als God wist.
En dan zouden we kunnen zeggen,
dat Christus hier op dezelfde manier spreekt als wanneer Hij zegt,
dat de Vader groter is dan Hij: dat Hij spreekt over Zijn menselijke
natuur en Zijn menselijke kennis; en dat Hij dus alleen
maar te kennen geeft, dat Hij als mens de oordeelsdag niet kent.
Maar
deze uitleg is verworpen bij een decreet van het H. Officie (5 Juni
1918); want dan doen we tekort aan die menselijke kennis van
Christus. Ook als mens, krachtens Zijn menselijk weten, kende
Christus al het verledene, tegenwoordige en toekomstige; en dus ook
de dag van het oordeel. En daarom doen we beter ons te houden aan de
traditionele verklaring, die ook St. Thomas geeft: Christus kende dag
en uur van het oordeel niet met een "scientia communicabilis",
met een kennis, die Hij ook aan anderen mee mocht delen; en
daarom zei Hij, dat Hij het niet wist. Wij mogen immers ook op
ongepaste vragen over dingen, waarover we moeten zwijgen, antwoorden,
dat wij het niet weten. En goed beschouwd toonden de Apostelen een
ongepaste nieuwsgierigheid: wat hadden zij er aan de oordeelsdag te
kennen? Dus gaf Christus te kennen, dat dag en uur onbekend moesten
blijven, totdat de Vader zelf die bekend zou maken.
Uit: de meest gemaakte moeilijkheden, door Prof. Felix Otten O.P. en Dr. C.F. Pauwels O.P.