2. God is alwetend en weet dus ook, wie er verloren zullen gaan. Waarom schiep God dan de mensen, die verloren gaan en verdoemd zullen worden? Christus zegt immers zelf van Judas: "Het was beter geweest, als deze mens niet geboren was." (Mt. 2.6, 2.4).
Als God de ene mens tot de verdoemenis zou bestemmen en de andere
tot de zaligheid, zonder op de daden van de mensen te letten, dan was
dit inderdaad een grote moeilijkheid. Maar het is iets heel anders.
God weet te voren, wie er verloren gaat en wie er zalig wordt; maar
Hij weet ook, dat er niemand verloren gaat buiten zijn schuld!
God
wil, dat alle mensen zalig worden; Christus is voor alle mensen
gestorven. Dus alle mensen kunnen op zichzelf beschouwd zalig worden.
Dat sommigen het niet worden, ligt aan het misbuik van hun wil, aan
hun vrijwillige zonden. Dus verdoemt niet God de mensen, maar goed
beschouwd verdoemt de zondaar zichzelf!
Er is dus niets tegen in
te brengen, dat God den mens schept, die zalig worden kan. En
dat God toelaat, d.w.z. niet belet, dat een mens door eigen schuld
verloren gaat, is ook geen bewijs tegen Gods goedheid en
wijsheid.
Want we mogen nooit vergeten, dat het hoofddoel, het
absolute doel van de schepping God zelf is, nl. de eer van God. Het
geluk van de mensen is maar het nevendoel. Maar omdat het bij de
mensen gaat om redelijke en dus om vrije schepselen, is dit nevendoel
alleen maar een voorwaardelijk doel: d.w.z. het wordt alleen maar
bereikt op voorwaarde, dat de mensen niet ingaan tegen Gods bedoeling
ten opzichte van hun geluk, door misbruik te maken van hun wil.
Daardoor kan de mens dus zelf zijn geluk vergooien.
Gaat nu zo een
mens voor eeuwig verloren, dan wordt in hem toch het absolute doel
van Gods schepping, nl. de eer van God bereikt. Want een verdoemde
zal in eeuwigheid een bewijs vormen van Gods straffende
rechtvaardigheid. Alleen het nevendoel wordt dan niet bereikt.
En
zo kan God een mens scheppen, van wie Hij te voren weet, dat deze zal
verloren gaan.
Uit: de meest gemaakte moeilijkheden, door Prof. Felix Otten O.P. en Dr. C.F. Pauwels O.P.